Bernaerts veilt nalatenschap kunstkenner André de Ridder
De Antwerpse econoom André de Ridder was in de jaren 20 een van de promotoren van het Vlaams expressionisme. Het veilinghuis Bernaerts veilt vrijdag een groot deel van zijn nalatenschap.
Het is een apart adressenboekje uit Parijs. Een postkaartje eigenlijk, langs beide kanten vol gekrabbeld. 'Léger, 86, R Notre Dame'. 'Picasso, 23 R de la Boétie'. 'Chirico, 4, Rue Meissonier'. Nog eentje om het af te leren: 'Chagall, 3, Allée des Pins, Boulogne'.
De kaart - er zijn er twee - komt uit de nalatenschap van kunstcriticus, kunstpromotor, schrijver en econoom André de Ridder. Samen met zijn boezemvriend Paul-Gustave van Hecke richtte hij in 1920 de galerie Atelier d’Art contemporain Sélection op, kortweg Sélection. Even belangrijk als de galerie was het gelijknamige kunsttijdschrift.
Van Hecke en De Ridder, die meestal op de achtergrond figureerde, bedachten de term Vlaams expressionisme, waarmee ze kunstenaars en vrienden zoals Gust De Smet, Constant Permeke en Frits Van den Berghe in het buitenland promootten.
Aan belangstelling voor de veiling is er geen gebrek, zegt Peter Bernaerts. 'The Metropolitan in New York is al online biedingen aan het doen. In België zijn het Museum van Elsene en het MSK Gent komen kijken. Je merkt dat de instellingen niets over het hoofd willen zien. Dat was vroeger enigszins anders. In 2008 hebben we de collectie van Paul-Gustave van Hecke geveild, die deel uitmaakte van de nalatenschap van zijn vriend Emile Langui. Toen waren niet alle instellingen op de hoogte van veiling, bleek achteraf.'
Moet zo'n collectie als die van De Ridder niet integraal naar één instelling gaan? Bernaerts vindt dat een interessante, maar voor het veilinghuis irrelevante vraag. 'Wij komen aan het einde van de keten als de eigenaar beslist heeft de collectie te laten veilen. Bij het proces dat daaraan voorafgaat, zijn wij niet betrokken.'
Het adressenboekje van De Ridder bewijst hoe goed hij thuis was in de kunstenaarskringen in Parijs, dat het ritme van de toenmalige hedendaagse kunst bepaalde. De postkaarten met de adressen zijn een koopje op de veiling van vrijdag. Bernaerts schat ze tussen 400 en 600 euro.
De Ridder (1888-1961) was nooit getrouwd en had geen kinderen. 'Hij had wel een halfbroer, die 15 jaar jonger was: Frans. Die had drie kinderen, die overigens nog leven: Francine, André en Annette. Het zijn de twee kinderen van Francine die ons contacteerden voor de veiling', zegt Elias Leytens van het veilinghuis.
'Het gaat niet om de volledige collectie. Francine de Ridder heeft al heel veel weggeschonken, onder meer aan het AMVC, het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven.'
De veilingloten bevatten enkele knappe schilderijen, onder meer van Floris Jespers (1889-1965). Het topwerk van de veiling is zijn olieschilderij 'De kommunikant' uit 1925. Het wordt geschat tussen 50.000 en 60.000 euro. Een ander mooi kunstwerk is het tapijt 'Het koppel' van Ossip Zadkine, dat voor 6.000 à 8.000 euro onder de hamer moet gaan. Ook interessant is een voorontwerp voor het derde nummer van het magazine Sélection dat Léon Spilliaert ontwierp. Het zou tussen 3.000 en 4.000 euro kunnen opbrengen.
Puur historisch zijn de geschriften die worden geveild misschien interessanter dan de kunstwerken. De Ridder onderhield een levendige correspondentie met een reeks kunstenaars. De meest tot de verbeelding sprekende is die met de Nederlandse kunstenaar en theoreticus Theo van Doesburg. Hij was in 1917 de stichter van het kunstblad De Stijl, dat helemaal gewijd was aan de moderne en abstracte schilderkunst.
De correspondentie is niet altijd even hartelijk, zo blijkt. In een van de brieven klaagt Van Doesburg erover dat Sélection zonder zijn toestemming een artikel uit De Stijl heeft overgenomen. 'Het spijt mij dat ik moet reclameeren.' De correspondentie met Van Doesburg wordt geschat tussen 4.000 en 6.000 euro.
Je kan ook brieven kopen van Léon Spilliaert, René Magritte, Paul Joostens, Jozef Peeters en Charley Toorop. Dat hoeft niet te verbazen. De Ridder had aan het begin van de 20ste eeuw naam gemaakt als schrijver.
Hij begon zijn carrière in 1905 als redacteur van de Antwerpse Franstalige krant La Métropole. Twee jaar later verwierf hij enige naam met zijn eerste boek 'Stijn Streuvels. Een kritische studie'. Het boek was gebaseerd op een interview van De Ridder met Streuvels. Hij wordt daarom wel eens de uitvinder van het literaire interview genoemd. Zo slaagde hij er in 1916 als eerste in een interview te doen met de Nederlandse schrijver Louis Couperus, bekend van 'De stille kracht' en 'Eline Vere'.
André de Ridder onderhield een levendige correspondentie met een reeks kunstenaars.
In die periode was De Ridder al gebeten door de kunstmicrobe, wat uiteindelijk leidde tot de oprichting van La Sélection. De galerie ging al na twee jaar failliet. Het veroorzaakte bij De Ridder een bijzonder bittere oprisping. 'De hevige economische crisis, het onbegrip van sommigen, de vijandschap van anderen hebben ons genoopt het Atelier d’Art Contemporain Sélection aan de Koloniënstraat te sluiten, na het verlies van veel kapitaal, veel illusies en veel inspanning. Gejubel zal opklinken in tal van zogenaamde artistieke milieus, bij de kunsthandelaren, de kunstenaars en de kunstminnaars, nu onze denkbeelden en onze actie niet langer hun vredige, benepen koehandel in de war kunnen schoppen en hun geliefde koopwaar kunnen doen devalueren', schreef hij in het gelijknamige tijdschrift.
De veiling vindt vrijdag om 14 uur plaats bij Bernaerts in Antwerpen. Alle informatie en voorafgaande biedingen op www.bernaerts.eu.
Meest gelezen
- 1 Belfius wil stad Bergen niet financieren na doorbraak extreemlinkse PTB
- 2 Golf aan betaalbare e-auto’s op komst, met dank aan strenge uitstootregels
- 3 Nvidia overtreft opnieuw de verwachtingen
- 4 Topinvesteerders klimmen aan boord bij Waalse techparel Odoo
- 5 Gentse techspeler Lighthouse haalt 350 miljoen euro op en wordt miljardenbedrijf